Prometheus logo
linkerzijde



Freek de Jonge (27 januari 2005)
Freek de Jonge, als schrijver

Het leven en werk van Freek de Jonge behoeft nauwelijks toelichting; hij is ons allen zo vertrouwd van zijn jarenlange relatie met het Nederlandse publiek. Een overzicht in vogelvlucht, met de belangrijkste jaartallen, gebeurtenissen en activiteiten willen wij u niet onthouden.

1944 Geboren in Eenrum (gem. Westernieland), Groningen
1968-79 Cabaret Neerlands Hoop in Bange Dagen met Bram Vermeulen
1971 Getrouwd met Hella, vanaf 1980 vaste vormgeefster van zijn theatershows
1972-75 Geboorte dochter Roos, zoon Jork (na drie maanden overleden), zoon Jelle
1980 Eerste soloprogramma De Komiek
1981 De Tragiek
1982 Eerste oudejaarsconference De Openbaring
1983 Eerste film De Illusionist
1987 Boeken Het damestasje (verhalen) en Zaansch Veen (herinneringen)
1991 Roman Neerlands Bloed
1993 Roman Opa’s wijsvinger
1997 Nummer 1 hit-single Leven na de dood
1999 Tiendelig theater- en tv-feuilleton De Grens, Boekenbal voorstelling,De conferencier, het            boekenweekgeschenk en de leugen
2001 Oudejaarsconference Het Laatste Oordeel
2002 Voorstelling Parlando
2003 Verkiezingsconference De Stemming
2004 Vijftiendelige theater- en tv-reeks De Vergrijzing, Roman Door de knieën

Freek de Jonge scoorde met zijn romans Neerlands Bloed en Opa’s wijsvinger redelijk goed en Zaansch Veen werd zelfs een bestseller.

Enkele maanden geleden verscheen Door de knieën, de derde roman van Freek de Jonge, opgedragen aan zijn vrouw Hella. De Jonge: ‘Wat in een roman naar voren komt, is de begrenzing van de verbale vermogens van de hoofdpersoon.’ HetLimburgs Dagblad: ‘Door de knieën is op de huid van de tijd geschreven: gevallen engelen, religie, mythologie, zaken waar tien jaar geleden de komiek om werd uitgelachen, dat was allang verleden tijd. De geschiedenis ging echter een andere kant op. De komiek had gelijk. Hij was ons voor en gaf ons een verhaal waarin liefde het vangnet is voor de gevallen engelen die we allemaal zijn. Grote klasse.’

Door de knieën

Korte inhoud:

De verteller van de roman Door de knieën is uit het lood geslagen door de dood van zijn zoontje. Het verdriet heeft hem en zijn vrouw uiteengedreven, hij is wanhopig op zoek naar vriendschap. Die dacht hij gevonden te hebben bij Jonas, een Zeeuwse zonderling aan wiens eenvoud hij zich wilde spiegelen. Lange wandelingen met Jonas' hond, met een wonderlijke naam, leren hem naar zichzelf te kijken en de wurgende controle over zichzelf op te geven. De vriendschap lijdt een ontluisterende schipbreuk... Dan ontmoet hij Victor, een jongetje met de glimlach van Mona Lisa en een lijfje dat een in lappen gewikkeld stompje is. De verteller wil zijn leven aan hem wijden, en reist hem tot in Zuid-Frankrijk na. In Lourdes, temidden van een hysterisch religieuze menigte, vindt de bizarre apotheose plaats.

Een verhaal over een worsteling met roem, de beknelling van het ego en een hunkering naar overgave - vitaal, surrealistisch en oprecht.

Berichten uit de pers:

‘Prachtige, absurdistische scènes, scherpe observaties, bondige formuleringen.’

Peter Swanborn in de Volkskrant (27/08/’04)
‘Rond de verteller weeft Freek de Jonge een soms hilarisch, dan weer ontroerend verhaal dat lijkt op zijn theater- en televisieshows. (…) Knappe roman, Freek de Jonge!’

Menno Schenke in het Algemeen Dagblad (19/08/’04)

‘Die slotscènes vol bijbelse symboliek en Ensor-achtige taferelen behoren tot de beste van deze roman, door hun suggestieve beeldende kracht.’ Thomas van den Bergh in Elsevier (28/08/’04)

‘Freek de Jonge is behalve groot theatermaker ook een uitstekend schrijver. Dit bewijst hij opnieuw met zijn roman Door de knieën. Zijn meest persoonlijke boek tot nu toe, waarin hij zich roerend kwetsbaar opstelt.’ Esta

‘Door de knieën geeft inzicht in de zoekende geest van een artistiekeling die wil laten zien dat hij meer is dan een Product (..). De Jonge beschrijft die zoektocht soepel en indringend en laat zich niet verleiden de materie op te leuken zoals hij gewend is op het toneel.’
Lies Schut in de Telegraaf (27/08/’04)